Voor de werknemer die zwanger is gelden bijzondere regels, bijvoorbeeld regels over ontslag bij zwangerschap, zwangerschapsverlof en bevallingsverlof. De rechtspositie van de zwangere werkneemster is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek en aanverwante regelgeving, waaronder de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) en de Arbeidsomstandigheden wet. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst met een werkneemster niet opzeggen gedurende de zwangerschap. De werkgever kan ter staving van de zwangerschap een verklaring van een arts of van een verloskundige verlangen. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst niet opzeggen vanaf de eerste dag van de zwangerschap tot zes weken na de werkhervatting. Het opzegverbod geldt niet als er sprake is van bedrijfssluiting. Wordt de afdeling opgeheven/gesloten waar de zwangere werkneemster werkt, dan geldt het opzegverbod niet, maar weer wel tijdens het zwangerschaps/bevallingsverlof. Ook in geval er sprake is van een dringende reden die een ontslag op staande voet rechtvaardigt geldt het ontslagverbod bij zwangerschap niet. Ingeval van faillissement hoeft de curator geen rekening te houden met het opzeggingsverbod en kan de zwangere worden ontslagen. Is er sprake van een contract voor bepaalde tijd, dan kan het contract tijdens de zwangerschap aflopen. De zwangere werkneemster kan het niet verlengen van het contract aanvechten indien zij aannemelijk kan maken dat de werkgever het contract niet heeft verlengd vanwege haar zwangerschap. Datzelfde geldt voor een beƫindiging in de proeftijd. Stelling: Werkgevers moeten zwangerschap als ontslaggrond kunnen opnemen in arbeidsovereenkomsten |